Kleine
waarschuwing vooraf: wie geen ironie verdraagt, bladere beter verder.
Het artikel van Scheenstra
lezende (AG 20 nov 1998) vraag ik me af of er in zijn wereld wel mensen leven. Zijn
IT-domein lijkt voornamelijk te worden bevolkt door systemen, methoden en
technieken. Ik heb er geen mens in kunnen ontdekken. Wil je evenwel iets van
culturele processen begrijpen, dan moet je beginnen bij de mens. Die mens heeft
een heel leven te gaan en dat is veel tijd en om te voorkomen dat men elkaar
uit verveling de hersens inslaat, houden we onszelf op gevarieerde wijze bezig.
IT is één van de activiteiten, waaraan velen van ons een deel van hun leven
spenderen. We spreken bijvoorbeeld af om systemen te gaan maken die het leven
zullen veraangenamen. In het diepst van ons hart geloven we daar zelf ook niet
in, maar dat is een slecht uitgangspunt voor een lang leven, dus spelen we het
spel mee zolang dat gaat. En omdat we niet van Gödel willen weten, doen we net
of het mogelijk moet zijn om perfecte systemen te bouwen. Dat gaan we doen met
het materiaal dat voor handen is en dat zijn primair mensen. Dat die niet
perfect zijn wisten we al, maar dat weerhoudt ons er niet van te dromen dat we
wel stabiele en perfecte systemen kunnen ontwerpen, bouwen en beheren.
Ook Scheenstra
probeert ons duidelijk te maken dat dit mogelijk is. Zijn onderbouwing lijkt
evenwel een herhaling te zijn van de kreet: Als je het goed aanpakt, dan kan
het niet verkeerd gaan. Tja, zo lust ik er nog wel een paar. Verder meent hij
dat er orde valt te scheppen in de chaos, zonder beide begrippen duidelijk te
definiëren. Wel zegt hij dat we van chaos spreken als kleine veranderingen
onverwacht grote gevolgen kunnen hebben. In het woord 'onverwacht' brengt hij
de mens in in zijn begrip van chaos, want verwachten is een attribuut des
mensen. Zo hoort het ook want de waarnemer lijkt me het centrale punt in het
begrip 'chaos'. Of beter nog: niet zozeer degene die waarneemt, maar degene die
probeert het waargenomen middels zijn hersenen naar wiskundige modellen te
converteren. Wiskunde valt immers te begrijpen (denkt men) en daarmee heb je
kennelijk een innerlijke staat van rust bereikt. Een ieder is zijn eigen god in
het diepst van zijn gedachten. En waar de hersenen falen in deze conversie,
begint de chaos. En dus is er voor ieder brein een gebiedje waarbinnen de
aangekoppelde psyche zich thuis voelt en een heel groot zwart gat daarbuiten. Dat
gat noemen we chaos.
Valt er met
produkten van de vrije markt een stabiel IT-systeem te bakken. Jawel, dat kan,
maar dat vergt een aantal spelregels. De eerste is: houdt het simpel en klein
en zorg ervoor dat er na acceptatie geen programmeur meer in de buurt van je
gebruikers komt. Voorkom tevens dat gebruikers gaan denken dat het anders kan,
want dan zullen ze het vroeger of later gaan willen. Kortom sluit jezelf met je
systeem op; voorkom contacten met de buitenwereld, draai de deur op slot en
gooi de sleutel uit het raam. Zo dit geen realiseerbare optie blijkt, dan rest
slechts de dood of de chaos. De factoren die allemaal van invloed zijn op
geboorte en leven van een IT-systeem zijn dermate talrijk dat je je zou kunnen
afvragen of het systeem niet een geheel eigen leven is gaan leiden, waarin alle
betrokkenen een klein rolletje mogen spelen, zolang ze dat uithouden. Een
IT-boreling groeit ons vanzelf boven het hoofd en aan ons om te beslissen of we
dat aandurven. Wie dat niet wil zal zich volstrekt totalitair moeten opstellen
en de macht in handen moeten zien te houden. Maar dan nog lukt je dat niet
langer dan een mensenleven en we zullen het nog gaan meemaken dat IT-systemen
ons overleven.
Als voorbeeld
kun je eens kijken naar zeker ERP-systeem, dat zo'n 25 jaar geleden haar leven
begon en allerlei andere moeizaam tot stand gebrachte systemen inmiddels uit
hun biotoop heeft verdreven. Zoals met de meeste standaardpakketten, ooit
ontworpen als een oplossing voor één klant, is het onderhanden geweest bij
talloze programmeurs, in verschillende stadia van ontwikkeling, met
verschillende achtergronden, resulterend in diverse programmeer-stijlen,
werkend onder talloze managers met evenzovele management-stijlen, gedreven door
variërende marktomstandigheden in allerlei bedrijfsculturen, geworteld in tientallen
landen met honderden talen en religies en onderwijsssystemen en -niveaus en zo
voort. Wie zou er zijn hand voor in het vuur durven steken te beweren dat dit
nog een stabiel IT-systeem is. Je moet je afvragen hoe je een systeem
definieert en of je er niet verstandiger aandoet om de mensen in je definitie
te incorporeren. Maar dan wordt het een semantische polemiek en daartoe is mijn
Pé-Pastinakel-brein niet geëquipeerd.
Denk niet dat we
het ooit nog eens een keer kunnen gaan overdoen. Als systemen of ideëen eenmaal
een zekere kritische massa hebben verkregen, dan is de kans verkeken het nog
eens vanaf scratch over te mogen doen. Alleen een ramp kan daarin verandering
brengen. Wellicht dat het millenium of de Euro alsnog een zegen moge zijn. Als
er zo'n 65 miljoen jaar geleden niet een meteoriet was ingeslagen, dan was die
kleine ratachtige nooit geëvolueerd tot IT'er. Hoewel, misschien hadden ze dan
meer op krokodillen geleken.
Het lijkt zo
simpel om een fatsoenlijk programma te ontwikkelen, maar probeer het maar eens.
Je stuit al snel op gebrekkige producten, gebrekkige concepten, gebrekkige
tools, gebrekkige probleem-definities, gebrekkige ondersteuning binnen
organisaties, gebrekkig opleidingsniveau's (te beginnen bij jezelf), gebrekkige
communicatie et cetera. Hoe kan het ook anders ? We leven in het tijdperk van
de vrije markt-denken en de vrije markt is oorlog, waarin de kwaliteit van een
produkt ondergeschikt is aan markt-aandeel. Een strategisch denkend bedrijf zal
overwegen de IT-kracht van de concurrent in kaart te brengen om op het juiste
moment toe te slaan met aggresieve marketing-campagnes. Maar zien of de
concurrent dat kan volgen. De notie dat in die wereld een feilloos
informatie-systeem gebouwd kan worden lijkt me weinig reëel. Als ingenieur
Scheenstra zelf wel eens had geprobeerd het ideale systeem te ontwerpen en tot
stand te brengen en het zijn gebruikers blijvend naar het zin te maken, dan had
hij zichzelf levenslang opgelegd en geen tijd gehad om zulke artikelen te
fabrieken.
Als bouwer ben
je gauw geneigd om problemen op te lossen voor gebruikers die niet bestaan en
misschien nooit zullen bestaan. Een zekere zelfgenoegzaamheid is
onvermijdelijk, maar dat zakt als soufflé ineen na de eerste confrontatie met
een gebruiker van vlees en bloed. Als je uiteindelijk een en ander toch naar
tevredenheid hebt opgelost, dan komen ze weer met hele andere wensen en eisen
en ze hebben natuurlijk geen tijd om het jou allemaal duidelijk te maken, want
we spreken elkaars taal meestal niet. Dus je doet je wat je kunt en hoopt er
het beste van. Onderwijl biddend dat je niet in een irreversibele chaos beland.
Maar misschien is die gebruiker wel toevallig jouw opdrachtgever of baas is, of
misschien heb je gewoon geen zin in een oeverloze discussie en denk je dat het
probleem zich gaandeweg vanzelf oplost en daarom doe je maar wat je denkt dat
van je gevraagd wordt. Veel IT'ers zijn knap eigenwijs, maar wie perfecte
systemen wil bouwen moet nog veel eigenwijzer worden. Dan komt er natuurlijk
helemaal niets meer tot stand. Om die eigenwijze snakkers uit de organisatie te
verwijderen, doen bedrijven tegenwoordig hun complete IT-afdeling de deur uit. Zo
zijn ze weer lekker onder elkaar zonder die rare techneuten. Het zal niet lang
duren dat ze bemerken dat het kind met het waswater naar buiten is verdwenen en
ze naar die dure IT-wasserette op de hoek moeten. Inkomenstechnisch kan ik deze
ontwikkeling alleen maar toejuichen.
Je kan een boek
vol schrijven over de talloze processen die het IT-proces beïnvloeden. Bijna allemaal
te plaatsen in het kader van de mens-wetenschappen. Heb ik het al gehad over
passie ? Passie lijkt me een primaire voorwaarde voor de levensverwachting van
een systeem. Daarom heeft Linux een grotere kans tot overleven dan dat
mallotige konijn uit de feodale hoed van Koning Taart. Puur omdat die ons het
recht ontneemt mee te beslissen over de systemen waarmee we onze eigen
IT-wereld willen inrichten. Let wel, ik weet helemaal niets over Linux en ik
kan me zo voorstellen dat er veel op aan te merken valt, gezien het hoge
techneuten-gehalte van de apostelen. Het distributie-concept heeft er evenwel
voor gezorgd dat Linux inmiddels talloze vaders en moeders kent die het niet
primair om de pecunia gaat. Ik moet nog zien dat de oorlogsmachine van dinges daar
uiteindelijk tegenop kan. Het zal wel veel tijd gaan kosten. Democratie is nu
eenmaal kansloos tegen efficiënt geleide oorlogsmachines, maar op den duur het
enig aanvaardbaar alternatief. De magie van de spiegels en kraaltjes houdt eens
op te werken. Of zoals ik het laatst ergens geformuleerd zag: 'In a world
without walls and borders, who needs windows and gates ?' .
Techniek is
subject aan evoluerende processen van allerlei aard. Jij kan als ontwerper nog
zo'n goed gefundeerde mening hebben, als je overtuigingskracht mist, dan kun je
het schudden. Net als je dacht dat je een mooi betoog had gehouden, begint er
een bovenbaas te kwaken dat zijn golfpartner het allemaal al lang heeft
opgelost in diens bedrijf. Met het produkt WOESJ. En jij weet nog nauwelijks
wat WOESJ is en je vraagt een jaartje tijd om het eens te bekijken. Dat kan
natuurlijk, als je maar volgende week klaar bent en zoniet dan gaan we gewoon
WOESJen. En zo hobbel je almaar achter de feiten aan. Vooralsnog wordt de toon
gezet door lieden die geen enkel benul van IT hebben en ook niet willen hebben.
(ter verdediging kan worden toegevoegd: ook niet kunnen hebben.). Macht wordt
voornamelijk uitgeoefend door lieden die hebben weten te voorkomen dat ze iets
ten laste kon worden gelegd. Daarom zijn bekende namen ook altijd de veiligste
keuzes.
Kwaliteit speelt
geen enkele rol bij aanschaf. Wie durft een uitspraak te doen over toekomstig
gedrag van systemen waarvan iedere boerenkinkel kan begrijpen dat het
doorgronden van een systeem en de interactie met zijn omgeving nauwelijks te
voorspellen is. Al was het alleen al omdat die omgeving niet statisch is maar
aan voortdurende verandering onderhevig. Alleen verkopers zullen dingen durven
beweren die ze zelf nooit hoeven waar te maken. Boven elke markt hangt een
hype. Een hype is een begrip met een grote gedroomde component. Voorbeelden
zijn 'intuïtief userinterface', 'business process reengineering',
'datawarehousing', 'object oriented development', 'kennismanagement' en ga zo
maar door. Naarmate men probeert deze begrippen materieel in te vullen,
reduceert de hype tot hooguit een aardig idee. Maar wie een produkt wil
verkopen, moet een markt gaan veroveren en dat doe je door bij een hype aan te
haken. En waar velen vechten om een been, gaat er altijd één mee heen. Als
winnende hond blijf je er natuurlijk wel voor zorgen dat ze tot in lengten van
dagen jouw prullen nodig hebben, want daar leef je van. Je bent zo goed om hier
en daar wat worsten in het rond te strooien zodat er een heel leger afhankelijke
honden gaat bestaan, die allemaal jouw belangen verdedigen, want jouw belang is
hun belang. Je wordt dus jouws ondanks opperhond en we raken jou en je rommel
nooit meer kwijt.
Weinig in deze
wereldje spoort met hetgeen je ooit op school of universiteit hebt geleerd. Het
kost je jaren om al die semi-rationele onzin kwijt te geraken. De wereld is
geen wiskunde. Ze wordt bewoond door zich onvoorspelbaar gedragende wezens van
vlees en bloed. Helaas ontbreekt mij de tijd om hier een samenhangend betoog
van te maken. Excuses daarvoor, maar ach, wereld is niet samenhangend, ikzelve
niet en IT al helemaal niet. Het is niet aan Bommel Scheenstra de individuele
IT'er de Zwarte Piet aan te smeren. De man blijkt in een voetnoot ook nog
ergens directeur van te wezen. Zou Tom Poes een PR-list hebben verzonnen ?
Ir. Max Schulte
PS Ik ben niet gewend
betiteld te ondertekenen, maar ik heb geleerd dat titellozen de paria's van de
meningsvorming zijn, dus vandaar die Ir.