Maarssen, 20-06-90

Geachte Mevrouw Brabantia,

Betreft: klacht gieter

In uw respons op mijn klacht omtrent de spontane transformatie van mijn Brabantia-gieter in mijn Brabantia-vergiet, tref ik de volgende alinea aan:

" Wij verzoeken U met uw gieter en deze brief terug te gaan naar uw winkelier. In overleg met uw winkelier kunt u trachten tot een oplossing te komen. Bij mogelijke twijfel tussen U en de winkelier kan deze natuurlijk telefonisch contact opnemen met onze afdeling. "

1 - De gieter waarmee u mij zo graag naar 'mijn' winkelier ziet stappen is in uw bezit (porto fl 3,--, envelop fl 2,50). U heeft kennelijk gemeend uw afdeling miskleunen blijvend met dit exemplaar te moeten verrijken en deze roestbak niet geretourneerd.

2 - Ik zou niet weten wie 'mijn winkelier' is en nog minder wie er voor zou voelen 'mijn winkelier' te willen zijn.

Als u meende 'mijn gieter-gigant' te zijn dan zit u er ook naast. 'Mijn roest-leverancier' is daarentegen een door uw firma stevig ingenomen positie.

3 - Als U de feiten erkent en de bewijsstukken al in handen heeft, waarom regelt u een en ander dan niet ZELF vanuit uw luie hoofdkantoor ? Waarom zal u ook nog eens een arme middenstander gaan lastig vallen met uw falende produkten ?

Zoals u merkt bent u er vanuit Willy-land uitstekend in geslaagd mij op de Brabants Eikenhouten Kast te krijgen.

U besluit met de constatering erop te vertrouwen mij voldoende te hebben 'voor'gelicht. Indien u 'voor' vervangt door 'op', dan mag u er inderdaad op vertrouwen.

Van uw klantgerichtheid ben ik daarentegen allerminst onder de indruk en als u er niet in slaagt om mij op een passender antwoord te trakteren, dan zal ik eens een opsomming genereren van alle onverwijderbare roestvlekken die uw lekkende klotegieters hier hebben veroorzaakt en u aansprakelijk stellen voor de gevolgschade.

M. Schulte